Nieuwsbrief, maart 2013 
Dit is de eerste nieuwsbrief van Voor Elkaar in Parkstad (VEiP). In dit bijzondere samenwerkingsverband werken partijen* onder de noemer [samen voor elkaar] aan toekomstbestendige zorg en ondersteuning in levensloopbestendige buurten. Maar hoe doen ze dat eigenlijk? Met deze nieuwsbrief gaan we u daar vanaf nu elke twee maanden over informeren.
De partijen in VEiP streven naar een duurzaam systeem dat de zelfredzaamheid van mensen bevordert. Ook willen zij de zorg toegankelijk en betaalbaar houden. Op 28 november 2012 ondertekenden zij in het Corneliushuis in Heerlen het convenant dat de samenwerking officieel regelt. Die samenwerking heeft een duidelijk einddoel: buurten waarin ouderen in een kwetsbare positie en mensen met een beperking langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Dat kan door de zorg, het woningaanbod en de welzijns- en servicevoorzieningen beter af te stemmen op de behoeften van ouderen.

In Parkstad zijn al tal van initiatieven ontplooid die daaraan bijdragen en waarin de behoeften van burgers voorop staan. De partijen in VEiP willen bestaande initiatieven versterken en bundelen en nieuwe initiatieven stimuleren. Zo willen ze de overgang (transitie) naar de levensloopbestendige buurten bevorderen. Daarom wordt gesproken over een transitietraject. Wat de
effecten van Voor Elkaar in Parkstad zijn, is onderwerp van wetenschappelijk onderzoek. Dat onderzoek wordt uitgevoerd door de Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Limburg en de Universiteit Maastricht en afgerond voor 2015.

*In de
factsheet [samen voor elkaar] vindt u alle informatie over Voor Elkaar in Parkstad, inclusief de partijen die vertegenwoordigd zijn in de stuurgroep VEiP. Verder vindt u hier het Transitieplan VEiP 2.0 en een film over de doelstellingen en de betekenis van VEiP.

De stuurgroep VEiP gaat intensief samenwerken met de Stuurgroep Wmo in Parkstad. In die laatste stuurgroep zijn wethouders van alle Parkstadgemeenten vertegenwoordigd. “Die intensieve samenwerking ligt eigenlijk voor de hand”, zegt Bert Hesdahl, transitiecoördinator van VEiP. Bert Hesdahl is tevens programmamanager preventie en curatie bij de GGD Zuid Limburg. Hij vertelt dat door de veranderingen in de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) gemeenten steeds meer taken krijgen. “Door samenwerking versterken de stuurgroepen elkaar en vergroten zo de verbinding tussen Wmo, zorg en welzijn.”
Voor Elkaar in Parkstad maakt bovendien onderdeel uit van een groter transitietraject in Zuid-Limburg, zegt Bert Hesdahl. Dat traject kreeg subsidie in het kader van het Nationaal Programma Ouderenzorg (NPO) en loopt tot 2015. In Parkstad werden binnen dit traject officieel vier experimenteergemeenten aangewezen. Hier zijn uiteenlopende activiteiten georganiseerd en wordt ook het wetenschappelijk onderzoek gedaan. “Maar VEiP is bedoeld voor alle Parkstadgemeenten”, benadrukt Bert Hesdahl. “Zo zien we ook buiten de 4 experimenteergemeenten veel innovaties die passen in VEiP. Alle gemeenten kunnen en mogen meedoen.”

In de nieuwsbrief NPO van 19 maart j.l. verscheen een
interview met Bert Hesdahl over VEiP en meer algemene info over NPO en VEiP is te vinden op de website NPO.

De gemeente Onderbanken schuift vol overtuiging aan bij Voor Elkaar in Parkstad. “Wij vinden het belangrijk dat ook de kleinere kernen vertegenwoordigd zijn, omdat die waarschijnlijk andere behoeften hebben”, zegt wethouder Jeannette Quadvlieg van Onderbanken.

Onderbanken is binnen Voor Elkaar in Parkstad een project gestart in Bingelrade. Burgers kunnen grote invloed uitoefenen op dat project. “Dan heeft het veel meer kans van slagen en kunnen we maatwerk leveren”, zegt wethouder Quadvlieg.                                                       
Om die reden liet de gemeente vier studenten van de Hogeschool Zuyd eerst onderzoek doen in Bingelrade. De kernvraag luidde: wat is volgens de inwoners nodig om van Bingelrade een krachtige, leeftijdsbestendige, zelfsturende gemeenschap te maken? De studenten interviewden 36, vooral oudere inwoners over zaken als zorg, onderwijs en wonen. Het onderzoek laat zien dat inwoners bijvoorbeeld behoefte hebben aan een ontmoetingsplaats voor activiteiten, zoals samen eten.

De resultaten van het onderzoek werden op 22 maart in Bingelrade gepresenteerd en bediscussieerd. Bedoeling is om het project samen met de inwoners verder vorm te geven. Uitgangspunt is het idee dat burgers langer, zelfstandig kunnen blijven wonen. “Als gemeente krijgen we daar ook steeds meer taken in”, vertelt wethouder Quadvlieg. Zij wijst daarbij op de veranderingen in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

Zo zijn gemeenten vanaf 2015 bijvoorbeeld geheel verantwoordelijk voor ondersteuning, begeleiding en verzorging. Dat mensen zo lang mogelijk in goede gezondheid zelfstandig kunnen blijven wonen, zoals VEiP nastreeft, is dus heel belangrijk voor gemeenten. “Ik denk ook dat het project in Bingelrade straks goed als voorbeeld kan dienen voor andere kernen.”

Ruim 80 vertegenwoordigers van organisaties en ondernemers uit Heerlerheide waren op 22 januari aanwezig tijdens de startbijeenkomst van [samen voor elkaar]. “We wilden met deze bijeenkomst echt een brug slaan naar de buurt en dat is gelukt”, zegt Ed Hoogenboom, opbouwwerker van Alcander in Heerlerheide. Ed Hoogenboom was nauw betrokken bij de organisatie van de startbijeenkomst onder de noemer Wijcafé. Een passende titel, want de centrale vraag luidde: hoe kunnen we samen de zelfredzaamheid van ouderen in Heerlerheide en Passart vergroten?
Duidelijk is dat professionals de krachten moeten bundelen met organisaties en ondernemers in Heerlerheide om er voor te zorgen dat ouderen langer zelfstandig kunnen blijven. “De vraag is wat de mensen in de wijk zelf willen en kunnen doen. In het Wijcafé hebben we hen gevraagd om daar over na te denken.”

De komende maanden kunnen mensen hun ideeën naar voren brengen in gesprekken met de werkgroep Participatie. Daarin vertegenwoordigt Ed Hoogenboom Alcander, naast betrokkenen van de gemeente, zorginstellingen, het cliëntenpanel en de GGD. “Misschien dat in die gesprekken zaken naar voren worden gebracht, die we meteen kunnen oppakken. Voor andere zaken is misschien meer samenwerking nodig, die we dan op gang kunnen brengen. Ons uitgangspunt is steeds wat mensen zelf kunnen doen. Er gebeuren ook al veel goede dingen. We gaan uit van de kracht van de buurt.”                                                                

Hoe pakt Voor Elkaar in Parkstad in de praktijk uit? Wat is de invloed van VEiP op zelfstandig wonende 75-plussers? En hoe verloopt de samenwerking van partijen die bij dit transitietraject betrokken zijn. Dat zijn de kernvragen in het wetenschappelijk onderzoek naar de effecten en het proces van VEiP. Postdoconderzoeker Nathalie Janssen en promovendus Susan van Hees voeren het wetenschappelijk onderzoek naar VEiP uit. Beiden zijn verbonden aan de Universiteit Maastricht/Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Limburg.
Een belangrijk onderdeel van het wetenschappelijk onderzoek is de effectevaluatie van VEiP. Voor de evaluatie wordt een aantal zelfstandig wonende 75-plussers in Parkstad langere tijd gevolgd. De effectevaluatie moet duidelijk maken of de pilot-interventies die in deze regio worden uitgezet, een positieve invloed hebben op de gezondheid en kwaliteit van leven van ouderen. Dat gebeurt door bij de 75-plussers herhaaldelijk vragenlijsten af te nemen. Daarin komen vragen aan bod over onder meer ziekte, zorggebruik, zelfredzaamheid en kwaliteit van leven. Zo moet tevens duidelijk worden of de inspanningen leiden tot een daling van zorg- en/of Wmo-kosten.

Daarnaast wordt het verloop van het traject geanalyseerd. Zo wordt inzichtelijk gemaakt hoe deze nieuwe samenwerking tussen partijen op het gebied van wonen, welzijn en zorg verloopt. Andere regio’s die streven naar levensloopbestendige buurten kunnen straks mogelijk hun voordeel doen met de inzichten uit Parkstad.

  Mede mogelijk gemaakt door
  Tips voor de redactie?
  Stuur een e-mail naar info@samenvoorelkaarparkstad.nl, bel 046 850 54 69
  of kijk op 
www.samenvoorelkaarparkstad.nl

  Tekst: Karin Burhenne  |  Eindredactie: GGD Zuid Limburg  | 
© GGD Zuid Limburg